Komeetglobules ("Cometary Globules" CG) zijn een speciaal type van moleculaire wolk, die voor het eerst werden waargenomen in 1976. Ze hebben een komeetachtige morfologie, bestaande uit een compacte, stoffige, ondoorzichtige kop en een lange, zwak lichtgevende staart. Aangenomen wordt dat CG's worden veroorzaakt wanneer bijna bolvormige gasnevels worden opgeblazen en instorten door een supernova-schokgolf. De schok comprimeert de nevel om zo de kop te vormen, en de explosiegolf drijft het materiaal weg van de SN om de staart te vormen. Een alternatief (& wellicht complementair) mechanisme is dat CG's worden gevormd wanneer de UV-straling van massieve O-sterren de gasnevel foto-ioniseert en schokfronten de kop van de wolk samendrukken. De minder dichte delen van de nevel worden gescheiden van de kop van de nevel door de stralings- en ionisatie”shocks”, en de staart wordt gevormd uit het geërodeerde nevel-medium.

CG’s kan men zien als een speciale type van een Bok-globule: globules die worden bestraald door ultraviolet licht van hete, massieve nabij gelegen sterren waarvan het materiaal erodeert en “verdampt” om dan een staart te produceren. Net als gewone Bok-globules wordt aangenomen dat komeetglobules verband houden met stervorming.

Interessant is dat de meeste CG's zich in de Gumnevel (Gum 12) bevinden. Dit is een emissienevel die zich uitstrekt over 36° in de zuidelijke sterrenbeelden Vela en Puppis. Het ligt ongeveer 1470 lichtjaar van de aarde. Algemeen wordt aangenomen dat het de enorm uitgebreid (en nog steeds groeiende) overblijfsel is van een supernova die ongeveer een miljoen jaar geleden plaatsvond. Meer recent onderzoek suggereert dat het een geëvolueerde H II-regio kan zijn. Het bevat de 11000 jaar oude Vela Supernova Remnant, samen met de Vela Pulsar.

De Gumnevel bevat ongeveer 32 komeetglobules (Cometary Globules: CG's). Deze dichte nevel-kernen zijn onderhevig aan zo'n sterke straling van O-type sterren γ2 Vel  (Gamma 2 Velorum) en ζ Pup (Zeta Pup) en voorheen de "stamvader" van de Vela Supernova-restant die de nevels doen weg verdampen van deze hete sterren tot komeetachtige vormen. 

De CG's van de Gumnevel bevinden zich allemaal binnen een straal van 6 tot 11 graden vanaf een centraal punt, en hun staarten wijzen weg van dit centrale gebied. Dit suggereert dat ze zich allemaal aan de rand van een grote geïoniseerde bubble bevinden. 
De ionisatie die door deze hete sterren en de Vela-SNR wordt gecreëerd, is ongelooflijk intens, waarbij alleen Zeta Pup al een felle stellaire wind produceert met een snelheid van 2300 km / sec, waardoor deze massa verliest met een snelheid van 10 miljoen keer de snelheid van de zonnewind van de zon. Het zijn deze sterwinden die BBW-56 opblazen en vormen.